De takken worden laag bij de grond ingehakt of gezaagd, zodat ze nog aan een klein stuk van de bast vast zitten. Daarna worden ze naar de grond toe omgebogen.
Door het vlechten krijgt de heg een
mooie, dichte structuur. De takken grijpen,
laag boven de grond, in elkaar. De heg
is ondoordringbaar geworden (ook voor
honden en passanten) en is een veilige
plaats voor vogels en tal van dieren. Een
jonge heg kan gevlochten worden, maar ook
oude heggen die er slecht uitzien. Door
ze te vlechten, verjongen ze en gaan een nieuw leven tegemoet.
|